Preoperatieve onderzoeken, verloop van de opname en revalidatie
Voorafgaand aan een eventuele ingreep word je vrijblijvend uitgenodigd – tezamen met een tweede persoon naar eigen keuze (‘buddy’) – tot een informatievergadering.
Voor de opname
De vooronderzoeken gebeuren ambulant. Op de consultatie krijg je de nodige afspraken voor deze onderzoeken. Tevens krijg je een mail met link om de preoperatieve vragenlijst online in te vullen. Afhankelijk van deze vragenlijst en de testresultaten kan het zijn dat je nog opgeroepen wordt naar de POS (‘pre-operatieve screening’) om onderzocht te worden door de verpleegkundige en de anesthesist.
De opname dag 0
Acht uur voor de operatie mag je niet eten of drinken (zuiver water of water met suiker is toegestaan tot 5u voor de operatie). De ochtend van de ingreep meld je je aan bij de opnamedienst aan het onthaal van het ziekenhuis, waar je het opnameblad afgeeft. Na inschrijving word je verwezen naar de dienst orthopedie. Je dossier wordt nog extra overlopen en je krijgt nog enkele bijkomende vragen ter controle. Vervolgens word je naar het operatiekwartier gebracht waar je de dokter anesthesist en de chirurg nog ziet voor de ingreep. De operatie zelf gebeurt onder algemene verdoving of onder spinale verdoving (ruggenprik). In dat laatste geval blijf je wakker, krijg je desgewenst een hoofdtelefoon met muziek (je mag ook eigen muziek en oortjes meenemen) en kan je desgewenst nog een licht kalmerende medicatie krijgen.
Direct na de ingreep verblijf je nog een tweetal uren in de ontwaakruimte. Daar mag je met behulp van een verpleegkundige al even uit het bed komen en enkele stappen zetten. Vervolgens word je terug naar de kamer gebracht. Beperkt bezoek die dag is mogelijk. Desgewenst kan je al opzitten in de zetel en onder begeleiding steunen. Je mag veel bewegen in bed, op de zij of buik of rug slapen, stilliggen is niet nodig noch aangewezen.
De opname dag 1
De wonde wordt verzorgd en je krijgt een dunner verband. Er wordt bloed genomen. Je mag veel bewegen en opkomen. In de loop van de voormiddag wordt kinesitherapie gestart. Er wordt een radiografische opname van de knie genomen. Het infuus wordt verwijderd en je krijgt nu medicatie in tablet vorm. Indien je voordien al bepaalde bloedverdunners nam worden deze gewoon verder gegeven, of terug opgestart als ze tijdelijk gepauzeerd waren. Indien je geen bloedverdunners nam moet je twee weken dagelijks een spuitje in de buik geven (Fraxiparine) om bloedklonters te vermijden. Dit word je aangeleerd, de meesten patiënten doen dat probleemloos zelf, zo niet kan een thuisverpleegkundige of huisgenoot de inspuitingen geven.
De opname dag 2 en 3
De volgende dagen ga je verder oefenen in de kinesitherapiezaal en stap je ook zelf rond. Je leert nu ook trappen lopen.
Ontslag
Meestal kan je de derde of vierde dag naar huis. Indien je thuis geen of weinig hulp hebt kan het nuttig zijn om enkele weken naar een revalidatiecentrum te gaan of een herstelverlof te plannen. Dit wordt bij voorkeur voordien tijdens de consultatie en via de sociale dienst besproken en gepland.
Verdere revalidatie thuis
De oefeningen worden dagelijks verder gezet, in het begin onder leiding van een kinesist of met behulp van een online programma. De eerste week stap je met twee krukken, nadien progressief met 1 kruk en uiteindelijk zonder krukken. Meestal mag je volledig steunen. Wanneer je bot zwak is of bij speciale prothesen, zal er soms gevraagd worden om tijdelijk niet volledig te steunen. Meestal mag het verband ter plaatse blijven, enkel indien het vuil of bebloed is moet dit nagezien en vervangen worden.
Na twee tot drie weken mogen de huidhechtingen verwijderd worden, door je huisarts of op de raadpleging orthopedie. Na zes weken kom je naar de ambulante raadpleging voor nacontrole.
Je krijgt een voorschrift voor kinesitherapie en medicatie mee. De pijnmedicatie kan je geleidelijk afbouwen waarbij je eerst de zwaarste medicamenten vermindert en pas op het einde de paracetamol tabletten vermindert en uiteindelijk stopt.